Obdam/Oudendijk, 27 november 2014
Aan: De voorzitter van de gemeenteraad der gemeente Koggenland,
Vragen ter verduidelijking van feiten zoals bedoeld in artikel 39 RvO 2011 ter mondelinge beantwoording door het College van Burgemeester en Wethouders der gemeente Koggenland
In aanmerking genomen:
Dat bij de commissie Burger en Bestuur van 24 november jongsleden de inspreker de heer P. van Diepen feiten stelde als hieronder gememoreerd en mede in aanmerking genomen het schrijven van Mr. C.H. Witte de dato 25 november 2014 gericht aan de gemeenteraad van Koggenland waaruit de volgende feiten blijken:
- Via het publiekrechtelijke traject, blijkbaar via de GREX wet zijn zonder adequate onderbouwing aanzienlijke bedragen geheven bij KLEINE projecten (geen nieuwbouw casu quo uitbreidingen < 1000 m2)
- Het college heeft erkend dat er geen juridische basis bestond voor het publiekrechtelijk heffen van deze bedragen en heeft meerdere bedragen met wettelijke intrest achteraf vergoed aan de partijen die daartegen bezwaren hebben ingebracht
- Voor deze betalingen is in de begroting geen budget beschikbaar gesteld
- De behandelend ambtenaar heeft meerdere uitlatingen gedaan die niet op enige waarheid bleken te zijn gegrondvest.
Onder verwijzing naar het boven vermelde stellen de fracties van GBK Koggenland en OK(é) partij bij deze vertegenwoordigd door harer fractievoorzitters de heren Klok en Mollet de volgende vragen en verzoeken mondelinge beantwoording binnen de termijn van 30 dagen:
- Bent u het eens met de feitelijke conclusies die uit de opgemelde bronnen kunnen worden getrokken?
- Hoe kan het zijn dat er blijkbaar bedragen zijn betaald aan partijen die (terecht) protesteerden, zonder dat daar enig budget voor was vastgesteld. Een budget dat immers alleen kon worden verschaft door het enige orgaan in de gemeente dat daartoe gerechtigd is, te weten de gemeenteraad.
- Hoe kan het zijn dat waar in artikel 6.12 Wro uitdrukkelijk verwijst naar artikel 6.2.1 Bro en de daarbij in de parlementaire behandeling uitdrukkelijk gegeven toelichting spreken van niet kleinschalige bouwprojecten waarbij Artikel 6.2.1 Bro met name de letters a tot en met i een duidelijke drempel voor heffing opwerpen, dat u als college daar meerdere malen op attent bent gemaakt toch gepersisteerd heeft bij heffing gedurende een lange periode zonder dat gemeenteraad of seniorenconvent daarvan op de hoogte waren?
- Welke consequenties gaat u verbinden aan de geschetste gebeurtenissen om enerzijds herhaling te voorkomen en anderzijds de onrechtmatigheden, met name de niet volgens waarheid informeren van de betreffende ambtenaar, van gepaste maatregelen te voorzien?
Wij verzoeken u tevens om behandeling van deze vragen en de daarop te geven antwoorden in de eerstkomende raadsvergadering en de plaatsing van deze vragen op de lijst van ingekomen stukken van die betreffende raadsvergadering en toepassing van art.39.6 RvO 2011
In afwachting van uw antwoorden,
R.Klok, GBK Koggenland
J.A. Mollet, OK(é) Partij